Een idyllische kindertijd?
Met haar tweede roman gooit de Duitse Zsuzsa Bánk hoge ogen in Duitsland: meer dan 100.000 exemplaren zijn er verkocht. Sinds juni 2012 is er de Nederlandse vertaling van Nelleke van Maaren. In De lichte dagen staat het relaas van Seri centraal. Zij blikt in 448 pagina´s op minutieuze wijze terug op haar jeugd in het Zuid-Duitse provinciestadje Kirchblüt en haar adolescententijd in Rome. Haar kinderjaren brengt ze door in de tuin van de nieuwkomers Évi en Aja (moeder en dochter), die aan de rand van het dorp in een soort Pippi-Langkousbarak wonen. De van oorsprong Hongaarse Évi heeft in het circus gewerkt als koorddanseres en ze brengt iets frivools in het dorp. Seri is betoverd door de onconventionele leefwijze van het kleine gezin en ze slijt haar dagen bij hen in de tuin. Op een dag voegt zich het jongetje Karl bij Seri en Aja. Vanaf dat moment zijn ze onafscheidelijk.
Aja en ik vergaten bijna dat er een tijd was geweest waarin we maar met zijn tweeën waren en voldoende aan elkaar hadden gehad, Aja vergat dat misschien sneller dan ik. Hoewel we niets hadden gemist, leek Karl iets aan te vullen, al zou iedereen hebben gedacht dat hij niet bij ons paste. (…) Maar voor Aja en mij paste hij bij ons, had hij direct bij ons gepast. Karl vormde de top van onze driehoek, sloot hem en maakte hem af.